donderdag 29 maart 2012

Gervasio Sánchez in La Tabacalera Madrid



Op mijn verlanglijstje van Madrid stonden de Derde Mei van Goya, Las Meniñas van Velazques, wat Rogier van der Weijdens. Verder wilde ik de San Domingo Real zien, waar Carrera Blanco elke zondag ter communie ging. Op 20 december 1974 stapte hij in zijn auto. Nog geen honderd meter verderop in de Calle Claudio Coello is hij met auto en chauffeur en al over de daken (vijf hoog) de straat uitgevlogen. Het was een van de opzienbarendste terreuracts van de ETA. Het Casa de Campo stond ook op de lijst. Daar raakte in 1936 Buenaventura Durruti - mijn held uit een grijs verleden - dodelijk gewond. Later die dag stierf hij - ironie van het lot - in The Ritz.
Maar niets had me voorbereid op de ontmoeting met het werk van Gervasio Sánchez (1959), oorlogsfotojournalist. Het was zondagochtend, de zon scheen, een dag voorbestemd voor wandelingen, terrasjes met cortado's, bolletje achterover en het leven genieten op het Plaza San Ildefonso (een aanrader).
Ach, aan een grauw bruin gebouw wapperden banieren met daarop die naam. We zagen vrouwen binnen schuivelen. Het was nog gratis ook. Dan wil je als Hollander zo'n gebouw wel van binnen zien.
Wat we van binnen kregen te zien was de intense smart van 25 jaar samenleven met geweld, brutaliteit, leed en wreedheid. Een leven vol oorlog, vastgelegd in even zo schokkend als prachtig werk. Van kindsoldaten in Senegal, mijnslachtoffers in Afghanistan, burgeroorlog in El Salvador, tot aan de laffe idiotie van Srebenica (Karremans. oh, Karremans), Iran en Irak. Het werk is in de voormalige fabriek gepresenteerd op een manier die sporen achterliet. Ik heb een kleine collage gemaakt, waarbij ik de schokkendste beelden achterwege gelaten heb. Iedereen die google weet te bedienen, vindt zijn weg wel.
Het duurde na afloop even voordat die steen in mijn maag wat verteerd was. Maar ik was blij het werk gezien te hebben.
    

Geen opmerkingen: