In deze tijd dat op mns hét voorpaginanieuws is dat het ongeluk van de bedolven prins overal voorpaginanieuws is, is het misschien goed om even naar de leestafel terug te keren. Daar liggen twee boeken, van onder het stof uitgehaald van de herinnering. Vandaag doe ik Femmes van Jacques Chardonne.
Chardonne - pseudoniem voor Jacques Boutelleau (1884 - 29 mei 1968) - hoorde net niet tot de goeden in Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog - of was hij net over het randje fout? Hij werd gezien als een meester van de oude stijl en gewaardeerd om de psychologische nuances die hij aan de dag legde in zijn romans als l'Epithalame (een dikke roman over het huwelijk, waar Chardonne weinig goeds over te melden had).
De Chardonne van na de oorlog was gevreesd vanwege zijn scherpe oordeel, niet zozeer over de tijdgeest, maar over zijn collegaschrijvers (Gide, qu'est-il maigre; dat is beleefder dan Reve met zijn bosneuker). Toen in de jaren zestig de briefwisseling tussen Chardonne en Rogier Nimier verscheen, stond intellectueel Frankrijk op de achterste benen. Maar ik moet me hier zien te beperken, anders begin ik uit te wijden over Roger Nimier, die na de dood van Camus stelde, dat niet de dood van Camus absurd was, maar diens rijstijl.
Chardonne had een conservatief mensbeeld: elke plotselinge verandering in de wereld kan niets anders met zich meebrengen dan diepe ellende. Dat komt omdat de mens in wezen slecht is. Hij moet in toom gehouden. Geef de mens de vrijheid en hij graait wat hij graaien kan. Hij wordt een immoreel monster.
Maar wat Chardonne volgens mij nog erger vond, was dat een mens in vrijheid niets anders doet dan zeuren en klagen. Lees de reden waarom zijn oude vriend Patrice in Femmes verklaart dat hij communist is: 'Les communistes apportent l'assurance d'un monde meilleur, et interdisent le doute et le soupir. Voilà des psychologues! Si tu laisses les hommes à eux-mêmes, tu peux retourner la sociètè comme tu voudras, il n'en sortira que des plaintes.' (Kort door de bocht vertaald: communisten garanderen je een betere wereld, en verbieden gezucht en gesteun. Want hoe je het ook draait of keert, wanneer je de mens aan zichzelf overlaat, klaagt hij steen en been).
Femmes is een roman opgebouwd uit portretten van vrouwen die Chardonne kende. Het verhaal speelt zich af vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen het Chardonne beter leek Parijs voor een tijdje te mijden. Hij keerde terug naar zijn geboortestreek, de Charente. De roman toont je een kunstenaar die met taal schildert zoals de impressionisten dat deden: schilderen wat je ziet, waarbij vooral je manier van kijken belangrijk is. Maar de roman toont vooral een mens die omgangsvormen gebruikt om afstand te houden tot andere mensen. Iemand die alleen is, een plek zoekt, zonder dat laatste te willen toegeven. Chardonnes stijl is subliem, zijn zinnen juweeltjes. Gelukkig is daar ook dat typische azijnzeikerige, dat Proust zo leuk maakt. Maar de toon is somber. Hoor zijn vriend Patrice (naar Chardonnes eigen zeggen een alter ego voor een romanfiguur) over zijn vrouw Julie: het huwelijk is heilig, maar ook het natuurlijk element van de zonde. Want het huwelijk produceert niets dan vuile gedachten.
Chardonne kan niet anders dan duister zijn in zijn romans. Wat hij probeert in zijn werk is door te dringen in de menselijke ziel. Die is volgens hem gitzwart.
Prachtig om te lezen, 's ochtends vroeg. Dat verzet de zinnen.
Morgen Nabokov.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten