vrijdag 7 juni 2013

Leestafel 8 - Fred Vargas - Debouts les morts

 
Ik weet bijna niet meer waar ik beginnen moet met het vervolg van mijn leestafel. Zover lig ik achter. Ongeveer een driekwart jaar geleden las ik Debouts les morts van Fred Vargas - de koningin van de hedendaagse Franse policier. Vargas heeft haar nom de plume ontleend aan het hoofdpersonage uit The barefoot comtessa (1954) van Mankiewicz (met o.a. Humphrey Bogart en Ava Gardner die de rol van Maria Vargas speelt). Vargas is van 1957 (Parijs) en was, voordat ze zich op het pad van de policier waagde een eminente archeologe (mediaevistiek). Haar wetenschappelijk vakgebied steekt in haar populaire romans over de zonderlinge commissaris Adamsberg af en toe nog de kop op. Maar in haar vroegere romans als Debout les morts (1996) is haar fascinatie voor het verleden veel pregnanter aanwezig. En wel in haar hoofdpersonages: de mediaevist Marc Vandoosler, de archeoloog Matthias Delamarre, een prehistoricus op blote voeten (nou, hij loopt het liefst helemaal naakt) die alle geschiedenis die na de jager/verzamelaars kwam volstrekt oninteressant vindt en Lucien Devernois, die zich met niets anders bezighoudt dan met de Eerste Wereldoorlog. Als laatste heb je dan nog de peetvader van Marc Vandoosler, een gepensioneerde commissaris van 68 jaar. De oude Vandoosler is oneervol uit de dienst ontslagen. De ouwe noemt de drie jonge kerels die altijd platzak zijn spottend/liefhebbend 'de drie evangelisten.'

Vargas heeft ongezouten kritiek op Debouts les morts ontvangen. Het boek zou zich weinig verrassend ontwikkelen. Het plot volgt het ijzeren stramien dat je in de eerste drie hoofdstukken maar hoeft te zoeken naar degene die het minst verdacht kan worden van een moord. Voilà: de dader. Verdere kritiek is dat je bij lezing van het boek de indruk krijgt dat moord helemaal niet zo erg is, zo lang je er maar om kunt lachen.


Ik heb genoten van deze kleine roman - die de tweede blijkt te zijn over de hierboven genoemde evangelisten. Genoten, ja, want hij was inderdaad meer amusant dan spannend. Maar haar humor is onderkoeld, hij dringt zich niet op de voorgrond. Je lacht zonder dat je er echt erg in hebt. Ook het vleugje erotiek mag er best zijn.
Maar wat ik goed aan deze policier vindt, is dat Vargas erin slaagt om de nogal bizarre karakters van haar personages een beslissende rol te laten spelen in de afwikkeling van het plot.

Ja, ik heb vaak moeten lachen om die rare kwibussen. Ook al vallen er drie doden in het boek. Of waren het er vier? Ik weet het niet meer. Wat ik wel weet is dat ik hoogstwaarschijnlijk een slecht mens ben. Maar wel een dankbare lezer.

Geen opmerkingen: