vrijdag 8 mei 2020

Leestafel - La Peste van Albert Camus


Spoiler alert: tegen het einde van dit bericht geef ik iets van het verhaal weg. Dus dan niet verder lezen. Ik ben ook niet van plan een recensie van het boek te schrijven. Ik ben daar absoluut geen kei in. La Peste van Camus is zeker de moeite waard om in deze periode van versoepelende lock down te lezen. De parallellen met onze situatie liggen voor het oprapen. La Peste leest als een appèl aan medemenselijkheid. 

Na mijn middelbare school ging ik studeren aan de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat in Heerlen. Medemenselijkheid is de matrix van alle normativiteit, dat was het axioma dat aan de basis lag van elk gedoceerd vak. Vaak verwezen docenten naar Camus. Vlak voor het einde van mijn eerste studiejaar organiseerde de Hogeschool zogenaamde Woestijndagen. De lessen werden stil gelegd en studenten en docenten werden geacht La Peste te lezen. De roman, de personages en hun handelingen werden in bezinnende gesprekken tegen het licht gehouden van dat axioma van 'medemenselijkheid.'  Het waren wonderlijke dagen, zomerse, zonnige dagen, met priesters en paters in hemdsmouwen en studenten met lange haren, lange jurken en kort van begrip. Dagen waar ik veel meer van had moeten profiteren. Maar ja, je bent jong en je wil een rijbewijs. 

Het gebouw van de HTP in Heerlen, het voormalige Retraitehuis voor meisjes en vrouwen, bouwmeester Fritz Peutz. 

Ik kon me van het boek weinig nog maar herinneren. Ik weet zelfs niet meer zeker of ik het wel gelezen heb. Hoogstwaarschijnlijk heb ik tijdens die woestijndagen liggend in de zon op het gras  gewoon liggen dromen. Niet over het behalen van mijn rijbewijs, maar over mijn liefje, dat toen nog niet mijn liefje was. Zij had alle prioriteit. Mijn rijbewijs heb ik pas op mijn dertigste behaald. Toen zat zij allang bij me in de knip.


Foto's van Ton van Mastrigt

Dan nu eindelijk de twee dingen die me zo opvielen in La Peste. Ten eerste, de roman heeft een uitermate christelijk, en dan katholiek karakter. Het verhaal speelt in Oran, een stadje in Algerije, dat door de pest in een lock down gaat. Maar dan een serieuze. Met de poorten gesloten. Niemand eruit, niemand erin. Algerije? Moslims denk je dan. Die zullen toch wel de meerderheid van de bevolking vormen. Er komt geen enkele moslim in het verhaal voor. Er is sprake van kerken en het luiden van klokken, een Jezuïet is één van de hoofdpersonages. Imams had je in 1947 blijkbaar niet in het stadje.

Het tweede opmerkelijke feit - een hier moet je niet verder lezen, wanneer het plot je interesseert - is dat de roman een exclusieve mannenroman is. L' homme staat bij Camus gelijk aan Man

Er komen vier vrouwen voor in de roman. De vrouw van dr. Rieux, de hoofdpersoon. Zij verdwijnt in het begin al naar elders voor een behandeling, ze heeft namelijk kanker. De pest breekt uit en ze kan niet meer terug. Zo loopt ze mooi niet in de weg. Dan heb je de moeder van Rieux. Zij komt nog net op tijd aan met de trein om bij de dokter in huis te zitten breien. Verder heb je dan nog het liefje van de journalist Rambert, die als een koningskind van haar geliefde gescheiden in Frankrijk zit. Zij is er alleen maar om Rambert een reden te geven om te willen vluchten uit Oran. Verder de moeder van Tarrou, het tweede hoofdpersonage, die ook in Frankrijk zit en al jaren geen contact meer heeft met haar zoon. Wat pijnlijk is en tot veel overpeinzingen leidt. 

Wanneer nu op het einde van het verhaal de doden genoemd worden die te betreuren zijn, komt de vrouw van Rieux niet in dat rijtje voor. Ik weet, ze is geen slachtoffer van de pest, maar gewoon aan kanker overleden. Wat dan wel steekt en mij nogal onlogisch lijkt, wanneer het om die medemenselijkheid gaat, is dat haar sterven in nog geen tien zinnen afgedaan wordt. Een bericht in een telegram en dat is het dan. En die mannen maar diep denken, wroeten en woelen in hun geweten en proberen heilig te zijn zonder dat ze geloven. La Peste, een goed boek. Maar het verhaal geeft ook een tijdsbeeld waarin Europa zich de enige wereld waande die er echt toe deed en vrouwen louter moeders waren die er wanneer het er echt op aan kwam niet toe deden.