donderdag 13 december 2012

S.S. De Liefde en de Annunciatie van Jan van Eijck

John Buysman met op de achtergrond Jannie,
het zusje dat verdrinkt.

Kunst bezit dezelfde genezende eigenschap als werk: stort je erin en je ervaart al snel het helende of troostende effect. Alleen het nutteloze is onontbeerlijk (Ionescu). In 1991 hebben het spelen van de eerste cello suite van Bach (op mijn gitaar) en gedichten van Osip Mandelstam mij op been gehouden.
Nu knaagt her en der het verlies aan me. Maar de wereld kon me met al haar zorgen voor een uurtje gestolen worden, toen ik in de Fenixloods in Katendrecht John Buysman in de voorstelling S.S. De Liefde louter door het aansteken van een sigaret in tante Anna zag transformeren. Peer Wittebols heeft een tedere en tegelijk harde voorstelling geschreven over verlies, liefde en hoe de blanke pit van een in de hoerenbuurt opgroeiend jongetje daarmee worstelt. Het is een van de mooiste monoloogvoorstellingen die ik van Buysman gezien heb. De muziek van Keimpe de Jonge paste Buysmans spel als een handschoen.


Heel anders ging het toe in het Boijmans van Beuningen. Het was erg druk. Wat niet hoeft te hinderen. Maar al die 60-plussers bleven en masse met hun neus vlak voor de schilderijen van Jan van Eijck staan, terwijl ze alleen maar oog hadden voor de op hun iPod gedownloade teksten. Tekst gelezen (duurde meestal zeker vijf minuten), één blik op het schilderij en dan maar verder schuifelen.
Maar welk een perfectie van van Eijck. Het haar en de blozende wangen van Gabriël, de boodschappende Engel, de maliënkolder van de slapende soldaat, de smart op het gezicht van Maria, ze zijn van een onaardse schoonheid en verfijning. De vorm is haar inhoud, haar ware betekenis al aan het verliezen, bromt Huizinga in zijn Herfstij der Middeleeuwen. Maar misschien juist daardoor zijn de schilderijen van van Eijck zo perfect. Steeds dreef het me terug naar nieuwe pogingen mijn eigen neus op de Annunciatie of Drie Maria's aan het graf te drukken. Eerst wachten totdat de zoveelste display-fetisjist zijn tekst uit had, dan mijn eigen drietal minuten het schilderij claimen.  
Toen ik niet meer opnemen kon, belandde ik in de vaste collectie met schoons uit alle eeuwen. Ik ging suizebollen, vergat mijn honger en trek in bier en bitterballen en wilde  blijven zwerven, door en door, om ongemerkt op te lossen. Weg.

  

    

Geen opmerkingen: